top of page
Zoeken

Zonder woorden

  • Foto van schrijver: Vera Boertien
    Vera Boertien
  • 13 nov 2024
  • 2 minuten om te lezen

Zachtjes klotst het water tegen de zijkant van de boot, ritmisch, als een metronoom. Het is het enige geluid wat we horen. Dat en de wind die door de zeilen blaast. Meer hebben we ook niet nodig. Samen zitten we op het dek, mijn hoofd rust op zijn sterke schouders. Mijn papa.

 

We zeggen geen van beiden een woord. We luisteren naar de golven en die wind die af en toe vergezeld worden door een krijsende meeuw. Wie ons zou zien zou denken dat we niets te zeggen hebben. Maar in de stilte zeggen we alles.

 

“Wil je nog…?” vraagt hij. Ik knik. Hij schenkt nog een kop thee voor me in uit de thermosfles. Mijn moeder zei altijd hoeveel ik op mijn vader lijkt. Ze snapte het nooit – en nu nog steeds niet - dat we genoeg hadden aan de stilte die in de lucht blijft hangen na half afgemaakte zinnen. Dat we die stilte beiden op dezelfde manier wisten in te vullen. We lieten het door onze mond rollen als een soepele wijn, om vervolgens al onze woorden door te slikken en gewoon te genieten. Mijn moeder was vroeger altijd degene die iets zei om de stilte te doorbreken. Bij haar kwam ik dan ook nooit tot rust. Niet zoals bij mijn vader.

 

Een kleinste trek met de mondhoek, een knipoog, of puur mijn houding zei alles wat hij moest weten. En andersom. Als hij zijn schouders optrok, wist ik dat hij een zware dag had gehad. Als hij zijn lippen samenperste, wist ik dat hij zich iets willekeurigs afvroeg (waarom staat de maan eigenlijk altijd met dezelfde zijde naar de aarde gericht?), of wanneer die ene rimpel tussen zijn wenkbrauwen verscheen, wist ik dat hij zich zorgen maakte.

 

Ik wist het omdat ik zoals hem ben. Dus luisteren we nu enkel naar de golven, de wind. We vergeten de wereld aan wal, waar mensen ons nors noemen, gesloten, afstandelijk. Kil. Ik sluit mijn handen om mijn kop thee. Wij weten beiden beter. Bovendien, wat maakt het ook uit? We hebben elkaar.

 

Aan het eind van de dag stappen we weer aan wal. Ik geef hem een zoen op z’n wang. “Fijn dat we weer hebben bijgepraat.”

Comentários


bottom of page