top of page
Zoeken

Functie elders

  • Foto van schrijver: Vera Boertien
    Vera Boertien
  • 26 jan
  • 2 minuten om te lezen

Wanneer ik de vergaderzaal binnenloop, zitten de directieleden Bob en Evert al aan tafel, zonder kop koffie. Evert legt z’n telefoon op de kop neer op tafel wanneer hij me ziet, Bob vertrekt geen spier. Ik ga zitten en schenk hen een verwachtingsvolle glimlach. Het blijft stil. Bob werpt een blik naar Evert, die naar hem knikt. Dan knikt Bob ook.

Hij haalt diep adem en zegt dan: “Je weet vast wel waarom je hier zit.”

Ik trek mijn mondhoeken omlaag en kijk hem vragend aan. Bob is zo goed te lezen als een betonnen muur, dus ik kijk naar Evert. Die zit weer op zijn telefoon.

Bob kijkt omhoog, alsof de juiste woorden ieder moment uit de lucht komen dwarrelen. Dat doen ze niet. “Hoe vind je zelf dat het gaat?” Een korte blik op mijn buik.

            “Ja, het gaat goed. Ik heb volgens mij een mooie basis gelegd met het uitwerken van de strategie.” Omdat ik vermoed dat het iets te maken heeft met mijn aanstaande zwangerschapsverlof, voeg ik eraan toe: “Ik ben ook al begonnen met het schrijven van een overdracht voor degene die mij zal vervangen tijdens mijn verlof. Dat leek me wel handig.”

            Bob knikt en kucht. “Uh ja,” stamelt hij. “Nou, Evert en ik hadden het erover en wij vinden dat het niet zo goed gaat,” zegt hij schouderophalend.  

            Vol ongeloof kijk ik hem aan. Mijn hartslag kruipt gestaag omhoog. “Oh.”

“Ja.”

“Op welke manier dan?”

Bob leunt achterover en zucht een keer. Hij staart vooruit en begint te praten. Niets van wat hij zegt klinkt logisch. Dat ik niet genoeg initiatief neem. Uiteindelijk valt er een stilte. Ik open vragend mijn handen. De brok in m’n keel laat geen woorden meer door.

“We gaan je contract niet verlengen.” Hij glimlacht, alsof hij blij is dat het hoge woord eruit is.

Mijn hartslag gaat nu door het dak en ik probeer rustig te ademen om ‘m weer onder controle te krijgen. Stress is slecht voor de baby. Ik kijk naar Evert, die mij hoogstpersoonlijk had gevraagd om voor hem te komen werken.

Wanneer hij merkt dat Bob ook naar hem kijkt, legt hij z’n telefoon weg. “Eh, ja, dat leek ons beter voor iedereen.” Ook hij glimlacht, maar hij durft me niet aan te kijken.

In mij borrelt een cocktail omhoog van woede, angst en paniek, en de tranen prikken achter mijn oogleden. Ik knik.

Bob tikt met z’n handen op tafel wanneer hij opstaat en vervolgens de ruimte verlaat, Evert in z’n kielzog met z’n neus in z’n telefoon. Ik blijf verbouwereerd achter.

Comments


bottom of page