En dan is het goed
- Vera Boertien
- 9 nov 2022
- 6 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 13 nov 2024
Daar ligt ze dan. In d’r kist. Eindelijk. Ik weet het, dat klinkt misschien wat gek. Alsof ik het haar toewenste. En op een bepaalde manier is dat ook zo. Mijn lieve oma riep immers al zes jaar dat ze de kerst niet meer zou halen. “Nee lieverd, het gaat echt niet goed met je ouwe oma. Ik denk dat ik de kerst niet meer red.” En toch flikte ze het iedere keer weer. Elk jaar hield ze weer aan iets nieuws vast. Iets wat ze nog mee wilde maken. Iets waarvoor ze nog moest blijven. Dus hoe ziek ze ook was, ze bleef. Toen ze haar eerste achterkleinkind verwachte. Toen haar oudste zoon kanker kreeg. Toen ik zelf zwanger werd. Ze bleef. Maar nu ligt ze daar in die kist.
Het lukt me niet om lang naar haar te kijken. Er vormt een brok in m’n keel en een traan rolt over m’n gezicht. Ze ziet eruit als de schim van de vrouw die ze ooit was. Haar gekleurde sjaaltje houdt de sfeer er enigszins in, voor zover dat kan op een begrafenis. Het lijkt alsof ze eindelijk de rust heeft gevonden waar ze al jaren naar smachtte.
Dan voel ik een arm om m’n middel. ‘Kom, we gaan vast naar de zaal. Dan kun je nog even zitten,’ zegt m’n man met gedempte stem. Ik knik zachtjes terwijl ik m’n handen op de kinderwagen van onze dochter leg.
We lopen als eerste de zaal in en gaan zitten. Ik kijk de kinderwagen in. Wat een contrast met toen ik een minuut geleden in die kist keek. Aan mijn oma kon je zien dat ze 86 jaar had geleefd. Alles wat ze had meegemaakt, was aan haar af te lezen. Dat ze haar moeder nooit had leren kennen. De Hongerwinter. Een prachtig huwelijk van meer dan 60 jaar. Een miskraam. Vier kinderen opvoeden. Eén moeten begraven. Tien kleinkinderen. Een neusamputatie. Twee achterkleinkinderen. Ze had geleefd.
En hier in de kinderwagen lag haar achterkleinkind. Heerlijk te slapen, gelukzalig onwetend van wat er om haar heen gebeurt. Nog geen maand oud. Letterlijk een babyhuidje. Nog een onbeschreven blad, vol potentie. Bijzonder hoe het leven gewoon doordendert.
Het is nog maar twee weken geleden dat mijn oma kennismaakte met mijn dochter. Net anderhalve week na de bevalling stapten we in de auto om mijn opa en oma te bezoeken. De tijd tikte: mijn oma’s gezondheid ging hard achteruit. Maar ze moest en zou mijn dochter ontmoeten. Ik stapte bij haar de woonkamer in en zag haar liggen op een verrijdbaar bed. Zwak. Dun. Met net genoeg energie om me te begroeten. Gauw liep ik op haar af en gaf ik haar tengere lijf een knuffel. Ze pakte m’n hand vast en keek me diep in m’n ogen aan. ‘Dit is het enige wat ik nog wil meemaken. En dan is het goed.’ De woorden raakten me, maar ik hield me groot. Ik wist al dat dit moment een afscheid zou worden. ‘Het is goed, oma. Ik weet het. Maar eerst wil ik je voorstellen aan je achterkleindochter.’
Mijn man had ondertussen onze dochter uit de maxi-cosi getild en hij legde het kleine, kwetsbare wezentje op m’n oma’s schoot – die minstens net zo kwetsbaar was. Met ogen groot als schoteltjes keek m’n oma me aan. De vrouw die normaal gesproken een waterval aan woorden had, was nu sprakeloos. Voorzichtig inspecteerde ze m’n dochter van top tot teen. Haar vingertjes, haar teentjes: alles wilde ze bekijken. Uiteindelijk kon ze iets uitbrengen. ‘Volmaakt. Dat is ze. Volmaakt. Ik heb nog nooit zo’n mooi kind gezien.’ Een mooier afscheidscadeau had ik haar niet kunnen geven.
Langzaam stroomt de zaal vol met mensen. Veel mensen ken ik niet, maar ik zie ook mijn dierbare familie. Zoals mijn opa, die altijd aan haar zij stond. Met zijn 92 jaar is hij ook niet meer de jongste, maar tot mijn oma’s laatste adem heeft hij voor haar gezorgd. Wanneer ik daaraan denk, krullen mijn lippen zich in een kleine glimlach. Relationship goals.
Muziek begint te spelen. Voorzichtig verschuif ik m’n billen iets zodat ik me volledig kan laten dragen door de stoel. Mijn lichaam is na de bevalling nog niet de oude. Ik zucht een keer diep en kijk dan hoe mijn vader, m’n broers, neven en ooms de kist naar binnen dragen. Weer rolt er een traan over m’n gezicht. Ik reik in de luiertas van m’n dochter naar een tissue.
Wanneer de kist is neergezet en de bloemstukken er vakkundig omheen gelegd zijn, begint er een man te spreken. Ik weet niet wie het is, maar hij spreekt als een dominee. Best plausibel, eigenlijk. Wat hij zegt gaat allemaal in een waas aan me voorbij. Mijn gedachten zijn bij m’n oma en die woorden die ik over een paar minuten over haar mag zeggen.
Mijn moeder had gevraagd of ik namens de kleinkinderen iets wilde zeggen over mijn oma. Even twijfelde ik om ‘nee’ te zeggen. Zou ik dat wel kunnen met die razende hormonen? Wat als ik in huilen uitbarst? Maar goed: je begraaft je oma maar één keer. En woorden en verhalen is waar mijn oma en ik een gedeelde interesse in vonden. Ik kon dus niet anders dan ‘ja’ zeggen. En als ik dan moet janken: so be it. Op een begrafenis mag gejankt worden.
‘En dan wil ik nu het woord geven aan Maria’s kleindochter, die namens haar kleinkinderen een herinnering gaat delen.’ Terwijl ik nog een diepe zucht slaak, knijpt m’n man zachtjes in m’n hand. ‘Komt goed,’ zegt hij met een glimlach. Ik beantwoord zijn glimlach en ik werp nog een laatste blik op m’n slapende dochter voor ik naar het podium loop.
Mijn broers staan daar al op me te wachten. Voor emotionele support. Niet dat zij mij ook maar eens in hun leven emotioneel hebben bijgestaan, maar voor het beeld lijkt het goed. Stiekem denk ik dat m’n moeder hen heeft opgedragen om naast me te staan. Ik werp m’n broers een beleefde glimlach toe en haal m’n speech tevoorschijn op m’n telefoon. Adem in. En weer uit. Here we go.
‘Lieve oma,’ begin ik. ‘Of ik vandaag een paar woorden over je wilde zeggen. Heel graag, want elkaar verhalen vertellen is wat we vaak deden. Als ik weer op bezoek was, vroeg je vaak of ik iets leuks wilde vertellen. Het afgelopen jaar ging dat vaak over m’n zwangerschap, en dan zag ik je ogen oplichten. Je keek zo ontzetten uit naar de geboorte van je achterkleindochter. Ik ben dan ook ontzettend dankbaar dat je haar hebt mogen ontmoeten, ook al was het maar één keer en was dat tevens ons afscheid.’
‘Lieve oma, tijdens mijn bezoekjes spraken we ook over andere dingen. Want als jij eenmaal begon te vertellen, dan bleef je bezig. Wat kon ik van die momenten genieten. Zelfs als de onderwerpen minder leuk waren, zoals wanneer we het over de oorlog hadden, of over het verlies van Rob. Soms wilde je ook gewoon lekker klagen over van alles en nog wat, of hadden we het over iets wat op tv was geweest. Hoe dan ook, taal is iets wat ons verbond. Dat heeft het altijd gedaan. En ik denk ook dat jij een grote rol hebt gespeeld in mijn passie voor taal en mijn keuze voor een carrière in het communicatievak. Hoewel ik nu al veel heb gezegd over je en over onze momenten samen, kan ik maar moeilijk…’
Fuck. Daar komen de tranen. Ik voel de hand van mijn broer op mijn schouder. Dankbaar kijk ik ‘m aan. Dus hij kan wel emotionele support geven. Wie had dat gedacht? Ik slaak nog een zucht en ga met trillende stem verder.
‘… Kan ik maar moeilijk onder woorden brengen hoe ik me voel over het feit dat we nooit meer verhalen zullen uitwisselen. Daarom, lieve oma, heb ik nog een laatste gedicht voor jou.’
Geen woorden
Kunnen inhoud geven
Aan hoe pijnlijk
Het nu is
Geen zin
Kan ooit vertellen
Hoeveel ik
je nu mis
Niet veel later staan we om haar graf en zie ik hoe de kist langzaam de aarde in zakt. Ik had verwacht dat ik meer verdriet zou voelen op dit moment. Toen we afscheid namen van m’n oom had ik oncontroleerbaar staan huilen. Het was bijna gênant. Maar nu voel ik alleen maar rust. Er verschijnt zelfs een voorzichtige glimlach op m’n gezicht.
Mijn oma en ik hebben op een prachtige manier afscheid van elkaar mogen nemen. En we hebben oneindig veel verhalen met elkaar uitgewisseld. En ondanks dat ik weet dat ik haar nooit meer zal spreken, weet ik dat de verhalen zullen blijven. En dat zij zal blijven voortleven in alle verhalen die ik nog zal vertellen.
Wanneer het laatste hoopje aarde op haar graf wordt geschept, breekt de zon heel even door. Een gevoel van rust overspoelt me. En dan is het goed.
Comments